45 – ‘k Buig mij vol aanbidding neder

‘k Buig mij vol aanbidding neder

‘k Buig mij vol aanbidding neder
voor uw macht der liefde, Heer,
die oneindig mild en teder
mij wou helpen telkens weer.
Hunk’rend met een zielsverlangen,
zocht ik u, mijn toeverlaat,
‘k mocht opnieuw ervaren,
Vader, dat Gij nooit uw kind verlaat,
dat Gij nooit uw kind verlaat.

Al mijn inn’ge stille beden,
hebt Gij, trouwe Heer, verstaan;
daarom wil ik altoos weder
naar deez’ plaats der hulpe gaan.
Woeden ook de hellemachten,
dreigt mij duisternis en strijd,
zeker wacht d’u trouwe schare
d’eeuw’ge, zaal’ge heerlijkheid!
d’eeuw’ge, zaal’ge heerlijkheid!

Geen media