De Heer is mijn herder
De Heer is mijn herder, niets zal mij ontbreken,
ik leg mij op grazige weiden terneer;
aan effene waters, aan heldere beken,
daar les ik mijn dorst, daar verkwikt mij de Heer.
En als ik soms afdwaal, dan zoekt Hij mij weder,
en als ik in nood ben, staat Hij aan mijn zij.
Hij voert m’ aan zijn hand steeds zo vriend’lijk en teder,
mijn ziele verkwikt hij, mijn hart maakt Hij blij.
Steeds volgt mij het goede op al mijne schreden,
ja, weldaad op weldaad ontvang ik van Hem;
en nimmer nog sloot Hij het oor voor mijn beden,
dus volg ik Hem trouw en hoor immer zijn stem.
Geen media