48 – De liefde des Vaders

De liefde des Vaders

De liefde des Vaders onttrekt mij aan d’ aard,
de liefde des Vaders is alles mij waard;
niets stilt mijn verlangen, noch rijkdom, noch eer,
bij Vader te wezen, is wat ik begeer.

Wat buigt gij, mijn ziele, u droevig terneer?
Hier is niet de ruste, alleen bij de Heer!
Gaan hoog ook de golven, dreigt dood en gevaar,
uw scheepje vaart veilig, want Jezus is daar.

‘k Behoor tot de zielen, die God zich vergaart,
wie hij, boven and’ren, zijn heil openbaart.
Ja, elke ervaring, ‘t zij bitter of zoet,
wil daag’lijks mij leren: wat God doet is goed!

Ja, weet dan, o aarde, ik ben slechts uw gast,
behoud uwe vreugde, zij baart mij maar last!
Mijn eeuw’ge bestemming trekt daag’lijks mij meer,
het hemelse Sion, is wat ik begeer.

Geen media