Een hart en ene ziel voorwaar
Een hart en ene ziel, voorwaar,
was d’ eerste christenschare;
als broeders, zusters, zag men haar
eendrachtig zich vergaren.
Een jubelklank als aller dank
steeg opwaarts bij hun knielen;
een in hun hoop,
een in de doop,
één hart en éne ziele!
Al dreigde ook de wereldmacht
met ketens, zwaard en vlammen,
die tegenstand kon toch de kracht
der liefde niet verlammen.
‘t Zij in Gods huis,
of kerkerkluis,
en of ook offers vielen,
men brak het brood,
ging in de dood,
één hart en éne ziele!
Godlof, kan ook in deze tijd,
trots satan en diens horde,
door der apost’len werkzaamheid
het zwaard tot sikkel worden.
Een liefdeband
van land tot land,
moog’ ons nu weer bezielen;
één vredebond
op ‘t wereldrond,
één hart en éne ziele!
melodie met toestemming Rainer Schröter