Ik heb een Vader
Ik heb een Vader, die mij zo mint;
een die mij koestert steeds als zijn kind.
Lig ik soms moe, verslagen terneer,
in zijne armen rust ik dan weer.
Mocht ik soms dwalen, ver van mijn huis,
zie! mijn apostel brengt mij weer thuis;
`k mag dan aanschouwen ` t heerlijke licht,
daaruit blinkt `s Vaders vriend`lijk gezicht.
Ik heb een Vader vol van gena,
in zijne liefde slaat Hij mij ga;
zijn trouwe ogen spreken tot mij:
kom toch, mijn kind kom dichter nabij!
Nu zal ik roemen in Hem mijn God!
Eeuwige vreugde, eeuwig genot,
eeuwige erve, een rein gemoed,
wat is mijn Vader wonderbaar goed!
geen media