Ik heb U lief, mijn Jezus, trouwe Heer
Ik heb U lief, mijn Jezus, trouwe Heer,
omdat gij mij gezocht hebt en gevonden,
toen ik verdwaald, in doornen als gebonden,
geen uitkomst zag, geen hoop op wederkeer.
U tegenstaan was soms mijn lust, mijn werk,
mijn streven was ‘t, om ver van U te dwalen,
maar ‘k zag uw voet, mij vlucht’ling, achterhalen,
uw liefde was mijn tegenstand te sterk.
Gij nam mij op, vermoeid en reddeloos,
zo hebt Gij op uw schouder mij gedragen;
en zoudt Gij nu vergeefs mijn liefde vragen?
Neen, Heer, mijn hart behoort U voor altoos.
U heb ik lief, U hangt mijn ziel nu aan,
‘k wil boven u, mijn Heiland, niets hier weten;
mijn vreugde en mijn dank nu niet vergeten,
waar Gij mij naar uw huis deed opwaarts gaan.
geen media