80 – In de rotskloof als geborgen

In de rotskloof als geborgen

In de rotskloof als geborgen,
veilig, hoe de storm ook woedt,
rustig, vredig, zonder zorgen,
is ‘t mij daar in Jezus goed.
In die schuilplaats ben ik veilig,
trots de vloed, die kookt en bruist.
Is rondom mij ook de branding,
daar toch rust en vrede huist.

O, hoe lang heb ik gevaren
op de woel’ge volk’renzee;
moede was mijn oog van ‘t staren
naar een veil’ge goede ree.
‘k Vond door Gods gena een haven
waar mijn ziel thans veilig rust.
In des Allerhoogsten schuilplaats
ben ik aan een veil’ge kust.

‘k Weet nu, waar ik deze haven,
deze veil’ge schuilplaats vind;
waar ik steeds mijn ziel kan laven
en mij thuis voel als Gods kind.
Naar het woord van Jezus Christus;
ik in u en gij in mij!
is die schuilplaats Gods op aarde
in d’ apost’len mij nabij.

Geen media