Kent gij het land
Kent gij het land, waar eeuw’ge vreugde bloeit,
waar Edens vrucht zo schoon en heerlijk groeit,
hemelse vreugd’ de pelgrims is bereid
en ook de vredespalm zo rijk gedijt?
Kent gij dat land, kent gij dat land?
Daarheen, daarheen, mijn ziel zal gaan,
kom pelgrim, sluit u aan.
Kent gij het huis, waar eeuw’ge liefde woont,
waar ook de vrede altijddurend troont,
eng’len u dienend blij terzijde staan,
altijd de deur voor u zal opengaan?
Kent gij dat huis, kent gij dat huis?
Daarheen, daarheen mijn ziel zal gaan,
kom, pelgrim, sluit u aan.
Kent gij de weg, die hemelwaarts u voert,
leidend naar Sion, hoe de slang ook loert?
Steil zij die weg en moeitevol het pad,
pelgrim, Hij voert naar d’ eeuw’ge vredesstad.
Kent gij die weg, kent gij die weg?
Daarop, daarop mijn ziel wil gaan,
kom, pelgrim, sluit u aan.
Kent gij het antwoord op dit vragental?
Waar is dat land, dat huis, die weg zo smal?
Blik maar op Hem, naar ‘s Heilands aangezicht,
Hij is de weg, de waarheid en het licht!
Kent gij Hem wel, kent gij Hem wel?
Zalig, zalig als gij Hem vond die God als helper zond.
Geen media