119 – Om aardse rijkdom bid ik niet

Afspelen

 

Om aardse rijkdom bid ik niet

Om aardse rijkdom bid ik niet,
wel om mijn daag’lijks brood;
om hartenseenvoud vraag ik Heer,
om hulp in al mijn nood.
En dat ik mijn beloften trouw
volbrengend op uw hulp steeds bouw.
Refrein

Wat geef ik om der wereld lust
mocht ik slechts voor en na
het mijne doen; voor wat ontbreekt
pleit ik op uw genâ.
Heer, die mijn zwakheen steeds verschoont,
en mild de trouw des dienens loont.
Refrein

Ook onder druk van kruis en smart
ben ik toch Heer uw kind;
ik weet toch dat uw Vaderhart
op niets dan vrede zint.
Van Jezus leer ik need’rig stil,
te hand’len naar des Vaders wil.
Refrein

Spreekt Gij dan eens: het is uw tijd!
dan zij het, Heer, mijn lust,
mij neer te leggen bij uw wil,
dat geeft mij zaal’ge rust.
Met vreugd’ ik dan het doel omvat,
waartoe Gij mij hebt liefgehad.

Refrein:
Zal dan mijn hart niet zingen,
wijl ‘s Vaders hulp mij schraagt?
Mijn Heiland leeft,
dit krachten geeft,
door moeiten heen te dringen,
door moeiten heen te dringen.

melodie met toestemming Rainer Schröter