165 – Zijt gij een christen naar de naam slechts

Afspelen

 

Zijt gij een christen naar de naam slechts

Zijt gij een christen naar de naam slechts,
dan wel een christen metterdaad?
Zijt g’ u bewust van uwe roeping
en van d’ ontvangen zalvingsdaad,
en van d’ ontvangen zalvingsdaad?
Vlei u niet met die schone naam,
wil in het wezen immer staan.
Wil in het wezen immer staan.

Sta even stil, kom tot uzelven,
hebt gij uw toestand overdacht?
Nog is ’t de tijd van Gods genade,
zie dus, dat gij zijn wil betracht,
zie dus, dat gij zijn wil betracht.
Wil op de smalle weg steeds gaan,
dan hoedt gij u voor ijd’le waân.
Dan hoedt gij u voor ijd’le waân.

God laat de roepstem niet ontbreken,
sla op dit liefdeblijk toch acht;
Nog kunt gij dood of leven kiezen,
bedenk: de eeuwigheid u wacht,
bedenk: de eeuwigheid u wacht.
Hoor, hoe Hij door d’ apost’len noodt;
God heeft geen lust toch in uw dood.
God heeft geen lust toch in uw dood.

O, wil de hand der liefde achten,
die u door Hem wordt toegereikt;
bedenk: uw ziele moet versmachten,
wanneer zijn liefde van u wijkt,
wanneer zijn liefde van u wijkt.
Neem, wat Hij heden u nog biedt,
hoor naar zijn stem, verhardt u niet.
Hoor naar zijn stem, verhardt u niet.

melodie met toestemming Rainer Schröter