Looft, looft, verloste scharen
Looft, looft, verloste scharen,
de God die ‘t al regeert;
en laat de wereld horen,
dat gij Hem dienend eert.
Meldt wat gij hebt ontvangen,
prijst Hem uit ‘s hartengrond.
Looft Hem met gans uw leven,
looft Hem met hart en mond.
Looft Hem, de God der Goden,
looft Hem ons aller Heer;
zijn rijke Vaderzegen
schenkt Hij ons keer op keer.
Voor ‘t eeuwig heerlijk leven
schonk Hij ons ‘t onderpand,
leidt ons in liefd’ en trouwe
naar ‘t eeuwig Vaderland.
Komt, loven wij nu allen
der nieuwe schepping Heer;
meldt nu, in dankb’re lied’ren,
zijn grote Heilands eer.
Hij werkt in zijn gemeente
het werk der zaligheid;
bouwt zo door zijn apost’len
Gods Rijk in need’righeid.
Geen media