212 – Halleluja, lofgezongen

Terug naar zangbundel
Terug naar slotliederen

Halleluja, lofgezongen

Halleluja, lofgezongen
Jezus Christus, onze Heer!
Paart, verlosten, hart en tongen,
juicht zijn liefd’ en macht ter eer!
Hem, die redt uit alle noden,
die waarachtig en getrouw,
vastheid geeft aan ’t Godsgebouw,
Hem, de eerst’ling uit de doden,
Hem, de koning van ’t heelal
wie ’t heelal eens eren zal.

Halleluja, onze zangen
zijn voor eeuwig Hem gewijd,
die het Godsrijk heeft ontvangen,
als het loon op zijne strijd;
die aan ’t kruis zich liet verhogen,
en ons minde tot de dood,
met een liefd’ ondenkbaar groot,
met een Godd’lijk mededogen:
Hem, die ons onrein gemoed
heeft gewassen in zijn bloed.

Halleluja, ’t loflied rijze!
Hem, die onze banden slaakt,
Hem, die ons, zijn naam ten prijze,
koningen en priesters maakt;
die ons opkweekt onder lijden
en ons, door zijn Geest bestuurd,
door zijn kruisdood aangevuurd,
waken, bidden leert en strijden.
Hem zij heerlijkheid en macht
eeuwig, eeuwig toegebracht.

Amen! Jezus Christus! amen!
Ja, gij zult in ’t groot heelal
’t rijk der duisternis beschamen,
tot het niet meer wezen zal.
Woon, o Heiland in ons midden;
onder uwe heerschappij
zijn wij zalig, zijn wij vrij;
leer ons strijden, leer ons bidden!
Amen, heerlijkheid en macht
word’ U eeuwig toegebracht!

Geen media