215 – Heilig, heilig, heilig

Terug naar zangbundel
Terug naar slotliederen

Heilig, heilig, heilig

Heilig, heilig, heilig, God de Heer almachtig,
jubelend ons lied U als onze Vader prijst!
Bronwel van erbarmen, majesteit der liefde,
Gij, die uw trouw zo wonderwel bewijst.

Helig, heilig, heilig, ook in ‘t nacht’lijk duister,
trots geen mensenoog hier kan zien uw heerlijkheid.
Nochtans zijt Gij heilig, hoog verheven, heerlijk, rijkdom van liefde, kracht en heiligheid.

heilig, heilig, heilig, aard’ en hemel samen
roemen uwe daden, uw wijze, wond’re macht.
Mensenstemmen juichen saam met ‘t koor der eng’len:
glorie, aanbidding, wordt U toegebracht!

Geen media