248 – Onder ‘t altaar Jezus rusten

Onder ‘t altaar Jezus rusten

Onder ‘t altaar Jezus rusten onz’ ontslaap’nen zacht,
waar hun ziel in zalig toeven dra zijn dag verwacht;
weet, zij leeft nog met ons mede der ontslaap’nen schaar,
hunne vreugd is, dat wij dienen aan Gods dienstaltaar.
Refrein

In het licht van Gods genade zien wij ‘t eeuwig licht,
‘t is voor dood en hellemachten een volstrekt gericht.
Ja, de Bruigom zal haast komen met zijn heerlijk loon,
dan ontvangen ook d’ ontslaap’nen hunne levenskroon.
Refrein

Refrein:
De verlosten toeven en bidden.
De verlosten toeven en bidden.
De verlosten toeven en bidden:
omstel uw gemeente, o Heer!
Zie in genâ op haar neer.

 

Geen media