252 – Als kaarsjes in de nacht

Als kaarsjes in de nacht

Jezus zegt, dat Hij hier van ons verwacht,
dat wij zijn als kaarsjes, brandend in de nacht.
En Hij wenst, dat ieder tot zijn ere schijn’;
gij in uw klein hoekje, en ik in ‘t mijn.

Jezus zegt, dat Hij ieders kaarsje ziet,
of het helder licht geeft of ook bijna niet.
Hij ziet uit de hemel, of wij lichtjes zijn,
gij in uw klein hoekje en ik in ‘t mijn.

Jezus zegt ons ook, dat ‘t zo donker is,
overal op aard’ zond’ en droefenis.
Laat ons dan in ‘t duister, held’re lichtjes zijn,
gij in uw klein hoekje en ik in ‘t mijn.

 

Geen media