Daar is uit ’s werelds duist’re wolken
Daar is uit ’s werelds duist’re wolken
een licht der lichten opgegaan.
Komt tot zijn schijnsel alle volken,
en gij mijn ziele, bidt het aan.
Het komt de schaduwen beschijnen,
de zwarte schaduw van de dood;
de nacht der zonde zal verdwijnen,
genade spreidt haar morgenrood.
Wat heil, een kind is ons geboren,
een Zoon gegeven door uw kracht;
de heerschappij zal Hem behoren,
Zijn last is licht, zijn juk is zacht.
Zijn naam is Wonderbaar, zijn daden
zijn wond’ren van genaad’ alleen;
Hij doet ons, hoe met schuld beladen,
verzoend voor ’t oog des Vaders treên.
O Vredevorst, Gij kunt gebieden
de vreed’ op aard’ en in mijn ziel!
Doe elke zondaar tot U vlieden,
dat al wat ademt voor U kniel!
Dit zal de God des heils bewerken;
Hij zal de zetel, U bereid,
met recht en met gerichte sterken;
Hem zij de lof in eeuwigheid!
</table. Geen media