264 -Kerstjubel

Kerstjubel

Jubeltonen, vreugdeklanken
wellen uit ons hart omhoog,
want zij zijn gestemd tot danken,
wijl God tot ons nederboog.
Onze Heiland ligt terneder
in een armelijke stal,
toch zal Hij het eenmaal wezen,
waar ‘t heelal voor buigen zal.
toch zal Hij het eenmaal wezen,
waar ‘t heelal voor buigen zal.

Kind’ren heeft Hij uitverkoren,
kind’ren nam Hij op zijn schoot.
Zij toch mogen Hem behoren,
aan hen Hij zijn liefde bood.
Eenmaal heeft Hij toch gesproken:
wie aan kind’ren wordt gelijk,
kan mijn koninkrijk betreden,
vindt plaats in mijn hemelrijk.
kan mijn koninkrijk betreden,
vindt plaats in mijn hemelrijk.

Lieve Heiland, ‘t is ons streven
om te komen in uw Rijk,
Gij hebt U aan ons gegeven,
werd als kind aan ons gelijk.
Als wij naar uw wille leven
komt er vrede op de aard’.
Als wij altijd daarnaar streven,
wat is dàn uw komst veel waard.
Als wij altijd daarnaar streven,
wat is dàn uw komst veel waard.

</table. Geen media