271 – Wel is het buiten bitter koud

Wel is het buiten bitter koud

Maar `t hindert hier niet een.
Zou `t in ons hart wel winter zijn?
Wij zingen luid: welneen,
welneen, welneen.!

`t Is `t vrolijk feest van ieder jaar,
`t geboortefeest van Hem,
wiens Geest ook in ons hartje woont,
en horen laat zijn stem,
zijn stem, zijn stem.

Dank, Vader, voor die grote schat,
die G` in uw Zoon ons schenkt:
door wien G`ook nu uw kinderen
weer rijkelijk bedenkt.
Heb dank, heb dank!

</table. Geen media