275 – Uren, dagen, maanden, jaren

Uren, dagen, maanden, jaren

Uren, dagen, maanden, jaren,
vliegen als een schaduw heen.
Ach, wij vinden waar wij staren,
niets bestendigs hier beneên!
Op de weg die wij betreden,
blijft geen voetstap toch bestaan.
Al het heden wordt verleden,
schoon ’t in ’t Levensboek blijft staan.

Heer bij al wat wij doorleven
-bij de wiss’ling in ons lot-
zult G’ ons de vertroosting geven
van uw Vaderliefd’, o God!
Wat dan ook verand’ring brenge,
uwe raad houdt eeuwig stand;
of het wrang en zoet zich menge,
wij zijn in uw Vaderhand.

Snelt dan, jaren, snelt vrij henen
met uw blijdchap en verdriet;
wat ik dan ook moet bewenen,
Gij, mijn God, verandert niet!
Gaat mij alles hier begeven,
voortgeleid door uwe hand
schouw ik uit dit nietig leven,
Heer, naar ’t eeuwig Vaderland.

Geen media