Weest gezegend, jonge ranken
Weest gezegend, jonge ranken,
door de wijnstok voortgebracht.
Siert het altaar met uw frisheid,
met uw jonge geesteskracht.
Blijft bij Hem, die eenmaal zeide:
Ik in u en gij in Mij;
Hij maakt u door zijn genade,
‘t leven waardevol en blij.
Weest ons welkom, frisse rozen,
siert het altaar van uw Heer,
spreidt de geur van ‘t jonge leven
tot des Allerhoogsten eer.
heil’ge gloed der Jezusliefde,
blij vertrouwensvol geloof,
stille eenvoud van het harte,
o, dat niets die u ontroov’.
Frisse rozen, jonge ranken,
bloeit tot vreugde van uw Heer,
Hij zal zon en regen geven,
en ziet zeeg’nend op u neer.
Mag de storm u ook bedreigen,
– buigt hij u tot aan de grond –
blijft in God, dan blijft zijn liefde
bij u tot uw laatste stond.
Geen media