311 – Heer, zeer ernstig bidden wij

Heer, zeer ernstig bidden wij

Heer, zeer ernstig bidden wij:
Wees, o Vader, hen nabij;
dat uw godd’lijk, vriend’lijk oog
op hun huw’lijk rusten moog.
Leg daartoe uw zegenshand,
door uw priester op deez’ band;
dat hun huw’lijksliefde, Heer,
zo geheiligd steeds vermeer.
Schenk aan hen uw genâ,
als de Uwen vroeg en spa.

Doe ze, Heer, ‘ééns-Geestes’ zijn,
trouw in liefd’ verenigd zijn;
dragend wederzijds de last,
zoals ‘t echtelieden past.
Doe hen ook in kwade tijd,
moedig staan in ‘s levensstrijd;
voer ze, Heer, aan uwe hand,
naar het hemels Vaderland.
Waar hen wacht, van uw Zoon,
‘t erekleed en d’ erekroon.

Geen media