WB_24_09_15 Voor zondag 15 september 2024
Liefde ontstaat door vergeving, niet door prestaties Lucas 7: 36-50
36 Een van de farizeeën nodigde hem uit voor de maaltijd, en toen hij het huis van de farizeeër was binnengegaan, ging hij aan tafel aanliggen.37Een vrouw die in de stad bekendstond als zondares had gehoord dat hij bij de farizeeër thuis zou eten, en ze ging naar het huis met een albasten flesje met geurige olie.38Ze ging achter Jezus staan, aan het voeteneinde van het aanligbed; ze huilde en zijn voeten werden nat door haar tranen. Ze droogde ze met haar haar, kuste ze en wreef ze in met de olie.39Toen de farizeeër die hem had uitgenodigd dit zag, zei hij bij zichzelf: Als hij een profeet was, zou hij weten wie de vrouw is die hem aanraakt, dat ze een zondares is.40Maar Jezus zei tegen hem: ‘Simon, ik heb je iets te zeggen.’ ‘Meester, spreek!’ zei hij.41‘Er was eens een geldschieter die twee schuldenaars had: de een was hem vijfhonderd denarie schuldig, de ander vijftig.42 Omdat ze het geld niet konden terugbetalen, schold hij beiden hun schuld kwijt. Wie van de twee zal hem de meeste liefde betonen?’43 Simon antwoordde: ‘Ik veronderstel degene aan wie hij het grootste bedrag heeft kwijtgescholden.’ Hij zei tegen hem: ‘Dat is juist geoordeeld.’44 Toen draaide hij zich om naar de vrouw en vroeg aan Simon: ‘Zie je deze vrouw? Ik ben in jouw huis te gast, en je hebt me geen water voor mijn voeten gegeven; maar zij heeft met haar tranen mijn voeten natgemaakt en ze met haar haar afgedroogd.45 Je hebt me niet begroet met een kus; maar zij heeft, sinds ik hier binnenkwam, onophoudelijk mijn voeten gekust.46Je hebt mijn hoofd niet met olie ingewreven; maar zij heeft met geurige olie mijn voeten ingewreven.47 Daarom zeg ik je: haar zonden zijn haar vergeven, al waren het er vele, want ze heeft veel liefde betoond; maar wie weinig wordt vergeven, betoont ook weinig liefde.’48 Toen zei hij tegen haar: ‘Uw zonden zijn u vergeven.’49 Zijn tafelgenoten dachten bij zichzelf: Wie is hij, dat hij zelfs zonden vergeeft? 50 Hij zei tegen de vrouw: ‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede.’
Wij zijn verbaast bij het lezen van deze spannende geschiedenis uit Jezus’ leven. Het feit dat het een Farizeeër is die Jezus uitnodigt, laat ons zien dat niet alle Farizeeërs tegen Jezus waren. (Een grondfout in het menselijk denken is de z.g. veralgemenisering, bijv. alle zwarten zijn …. alle vrouwen zijn …. alle mannen zijn …. alle allochtonen zijn …., enz.). Zeker waren er Farizeeërs die Hem aan de kant wilden zetten, maar er waren ook anderen zoals Nicodemus en hier Simon, die wel sceptisch tegenover Jezus stonden, maar toch wel nieuwsgierig waren te weten wie Hij nu eigenlijk was.
Dat Jezus de uitnodiging aanneemt toont ons dat Hij niet tegen zulke contacten opzag, hoewel Hij wist dat enige leden van die „groep mensen” Hem niet welgezind waren. Maar Hij wil iedereen bereiken, armen en rijken, omdat Hij weet hoe dringend zij allen genade en vergeving nodig hebben. Daar gaat het bij deze maaltijd dan ook om.
Er gebeurt dan iets ongelooflijks. Lucas beschrijft dat op indrukkwekkende wijze. Daar zien we een vrouw, die Jezus echt vereert. Diep geroerd „wast” zij Jezus’ voeten met haar tranen, droogt ze af met haar haren en kust zijn voeten keer op keer. Een uiterst deemoedige houding! Dan zalft ze bovendien nog zijn voeten wat haar een vermogen aan dure zalfolie kost.
Tot dan is er geen woord gevallen. De vrouw zwijgt. Jezus laat het zich zwijgend welgevallen en de gastheer ziet zwijgend toe. Ongetwijfeld denkt hij daarbij: „Is deze Jezus dan toch een gewoon mens? Velen denken immers dat Hij minstens een profeet is en misschien zelfs de Messias. Maar hoe kan Hij het dan toelaten dat deze zondares Hem aanraakt, dus verontreinigt, in plaats van haar het huis uit te jagen?” Plotseling verbreekt Jezus het zwijgen door te zeggen dat Hij iets tegen Simon wil zeggen. Niets vermoedend en nog steeds met een minimum van beleefdheid en een maximum aan zelfwaardering zegt hij tot zijn gast: „Meester, zeg het!”
Wat nu volgt, moet Simon diep getroffen hebben. Jezus antwoordt namelijk niet op een of andere vraag, maar op zijn gedachten! Weet Jezus alles van hem? Kent Hij zijn meest geheime gedachten?
Voordat hij lang na kan denken of Jezus zijn gedachten kent, stelt Jezus hem een vraag, nadat Hij hem de geschiedenis van de twee schuldenaren had verteld, namelijk: “Wie heeft hem het meeste lief?” Simon beantwoordt de vraag heel voorzichtig door te beginnen met de woorden: „Ik veronderstel, dat …” Hij vermoedt wel dat deze geschiedenis over hemzelf gaat. En nu ervaart Simon de waarheid over zichzelf. Jezus wijst naar de vrouw en dwingt Simon als het ware naar haar te kijken. Jezus noemt alle tekortkomingen van zijn gastheerschap en stelt daar de handelingen van de vrouw tegenover. Daarmee toont de Heer dat als een mens, die zich van zijn schuld bewust is, tot Hem komt en vergeving ontvangen heeft, Hem liever is dan iemand die doet alsof hij schuldeloos is. Dat blijkt ook uit de kleine geschiedenis van de twee schuldenaren die Hij vertelt: wie zich bewust is van het feit dat hem (of haar) veel zonden zijn vergeven, die heeft veel liefde en dankbaarheid in zijn hart, veel meer dan degene die meent dat hem maar weinig te vergeven valt.
Wat is nodig om het heil te verkrijgen? God, die ons in zijn Zoon Jezus Christus tegemoet komt en door zijn Heilige Geest het heil kan schenken. Dan moeten wij echter wel erkennen dat wij dat heil (=geestelijke genezing en reiniging) nodig hebben, een erkenning die leidt tot een verlangen naar vergeving. De bede om genade opent de hemel en ons eigen hart. De heilsverkondiging laat het heil werkzaam worden in ons leven en dat leidt uiteindelijk tot het ontvangen van vergeving.
Laten wij uit deze geschiedenis leren dat wij allen zonden en schulden hebben, dat wij dat zelf niet ongedaan kunnen maken, maar steeds de genade, vergeving van de Heer nodig hebben, ongeacht de hoogte, de grootte van die zonden.
Het relativeren daarvan is onzinnig en kan ten slotte zelfs gevaarlijk worden. Vergeving van de Heer is slechts mogelijk als wij echt berouw betonen, als we bereid zijn de schade weer goed te maken en dat wij ook in de mogelijkheid van genade geloven en deze zonder „mitsen en maren” aannemen.
Dan ervaren we stellig wat het betekent door de Zoon Gods vrijgemaakt te zijn! Vreugde, ontroering en dankbaarheid zijn het gevolg. Daardoor zullen wij de Heer van harte liefhebben en vrede hebben door het verzoend zijn met God.
Jezus spreekt deze vrouw uitdrukkelijk toe:
„Uw zonden zijn u vergeven. Uw geloof heeft u behouden; ga heen in vrede!”
W. Baron.
Bericht vervalt automatisch op dinsdag 15 oktober , 2024