Woord van de week – 18 augustus

WB_24_08_18              Voor zondag 18 augustus 2024
Jezus, erbarm U over ons                                          Lucas 17:11-19
11  Op weg naar Jeruzalem trok Jezus door het grensgebied van Samaria en Galilea. 
12 Toen hij daar een dorp wilde binnengaan, kwamen hem tien mensen tegemoet die aan huidvraat 
leden; ze bleven op een afstand staan. 13 Ze verhieven hun stem en riepen: ‘Jezus, meester, heb 
medelijden met ons!’ 14 Toen hij hen zag, zei hij tegen hen: ‘Ga u aan de priesters laten zien.’ Terwijl ze 
gingen werden ze gereinigd. 15 Een van hen, die zag dat hij genezen was, keerde terug en loofde God 
met luide stem. 16 Hij viel neer aan Jezus’ voeten om hem te danken. Het was een Samaritaan. 17 Toen 
zei Jezus: ‘Zijn er niet tien gereinigd? Waar zijn de negen anderen? 18 Wilde niemand anders
 terugkomen om God eer te bewijzen dan alleen deze vreemdeling? 19 Hij zei tegen de Samaritaan: 
‘Sta op en ga. Uw geloof heeft u gered.’
 
Weekspreuk: Prijs de Heer, mijn ziel, vergeet niet één van zijn weldaden (Psalmen 103:2).
Thema: De dankbare Samaritaan.
Verdere Bijbelteksten: Sirach 50:22-24; Marcus 1:4—45; 1 Tessalonicenzen 1:2-10; Psalmen 103:13.
Kerngedachte: De zonde misvormt de mens zoals lepra – Jezus kan genezen.
Opmerking vooraf:
Hoe blij zou de mensheid zijn, als zij eindelijk van de gesels van veel ziekten zou zijn bevrijd. De lepra, waaronder de mensen in de door Lucas geschetste gebeurtenis leden, was toentertijd niet te genezen, om welke reden ze ook Jezus om hulp en genezing verzochten. Ook zij wisten, dat deze Jezus een helper en genezer was, Hij was hun hoop en enige kans van deze vreselijke ziekte te worden bevrijd.
Uitleg:
De lepra, waaronder de mensen leden, beschrijft de toestand in de wereld, die aan de lepra van de zonde en onder de gevolgen daarvan lijdt. Zoals de door de lepra getroffen mensen door de gemeenschap waren uitgesloten, zo is de zonde de oorzaak voor de vervreemding van God. Echter zo erg als de melaatsen onder hun ziekte leden en hulp en verlossing zochten, zo weinig zoeken vaak de zondaars heil en verlossing bij de arts Christus, die alleen van de zonde kan bevrijden. Als zondaars beseffen wij vaak niet onze ware toestand en wenden wij ons niet  naar de Verlosser van de naar de dood leidende ziekte van de zonde. Wij willen graag vasthouden aan wat wij leuk vinden en houden soms van de zonde en scheppen op over onze favoriete zonden.
Lepra veranderde het uiterlijk van de getroffenen, het gezicht kreeg vaak een leeuwachtige uitdrukking en de mensen wendden zich bij de aanblik ervan ontsteld af. Hoezeer verandert de zonde de mensen! De gelijkenis met God (zie het scheppingsverhaal) werd bij velen een gezicht van het kwaad, terwijl wij mensen toch de zonde zouden moeten mijden om weer op God te gaan lijken. Zoals door de zondeval van de mens onnoemelijk leed over de mensheid is gekomen, zo zal de mens Jezus Christus de mensheid weer genezing en vrede brengen. “Zoals door de  ongehoorzaamheid van één mens alle mensen zondaars werden, zo zullen door de gehoorzaamheid van één mens alle mensen rechtvaardigen worden.” (Romeinen 5:19)
Jezus gaf de genezen mensen aan zich aan de priester te laten zien en zo moeten ook wij aan de dag treden bij de hogepriester Jezus  en Hem onze schuld en zonde tonen, opdat ons genade en genezing ten deel valt.
De om hulp roepende mensen werden lichamelijk rein, maar slechts één werd rein van ziel, want hij vergat niet aan wie hij de genezing te danken had. “’Zijn er niet tien gereinigd?’” (Lucas 17:17), vroeg Jezus de leerlingen. Ook vandaag de dag is veel vanzelfsprekend of wordt als voor de hand liggend beschouwd, dat als wonder, als gebedsverhoring en goddelijke hulp ervaren kan worden. Waar zou de wereld vandaag zijn, als niet zoveel zou worden gebeden? De muren van Jericho vielen door het onophoudelijke geschreeuw van het volk (Jozua 6:20) – is het zo ondenkbaar, dat de muur in Berlijn viel, omdat in de ontelbare vredesgebeden en maandagdemonstraties dagelijkse vragen naar de hemel opstegen? Hoe dan ook, ondankbaarheid doet de vruchten van de dankbaarheid verdrogen. De liefde voor Christus, het geduld en het vertrouwen gaan verloren respectievelijk blijven voor ons verborgen, wij vallen weer in ons oude wezen terug, worden lauw en traag en slapen de slaap van de zonde.
God laat het (zelf veroorzaakte) leed van deze, door zonde misvormde wereld, toe, maar in onze nood biedt Hij ons zijn nabijheid aan, kunnen wij blij zijn als ons zijn hulp ten deel valt. En, hoe vaak vergeten wij aan wie wij troost en hulp te danken hebben? “Breng God een dankoffer en doe wat je de Allerhoogste belooft.”(Psalmen 50:14), raadt ons de Bijbel aan.
De zondige wereld rebelleert steeds meer tegen al het goddelijke en de satan verleidt met macht, omdat hij weet, dat hij maar weinig tijd heeft. “Laat u door niemand misleiden, op geen enkele manier. De dag van de Heer breekt niet aan voordat velen zich van het geloof hebben afgekeerd en de wetteloze mens verschenen is, hij die verloren zal gaan. Hij zal alles wat goddelijk en heilig is bestrijden en zich erboven verheffen, om in Gods tempel plaats te nemen op de troon en zich voor te doen als God zelf. Herinnert u zich niet dat ik u dit herhaalde malen heb gezegd toen ik bij u was? Dan weet u ook wat Hem nog tegenhoudt en dat hij pas zal verschijnen op de voor hem vastgestelde tijd. Hoewel in het verborgene de wetteloosheid nu al werkzaam is, moet eerst degene die hem tegenhoudt verdwijnen. Pas dan zal de Heer Jezus hem doden met de adem van zijn mond en vernietigen door de aanblik van zijn komst.”, lezen wij in 2 Tessalonicenzen 2:3-8.
Laten wij de Heer vragen om verlichte zintuigen voor het onderscheiden, wat tot onze genezing dient en laten we niet vergeten te danken, want de zonde is besmettelijk en de satan wil allen daarmee infecteren. Erbarm U over uw wereld en kom vlug, Heer Jezus.
F. Siemons 
 

Bericht vervalt automatisch op woensdag 18 september , 2024