Woord van de week – 19 november

WB_23_11_19                                                                                                   Voor zondag 19 november2023    
Petrus gevangengenomen en bevrijd                                                                              Handelingen 12:1-11
 
1 Omstreeks die tijd nam koning Herodes enkele leden van de gemeente gevangen en mishandelde hen. 2 Jakobus, de broer van Johannes, liet hij met het zwaard ter dood brengen. 3 Toen hij zag dat de Joden hier gunstig op reageerden, liet hij ook Petrus aanhouden–dat was tijdens het feest van het Ongedesemde brood. 4 Na de arrestatie sloot hij hem op in de gevangenis, waar hij hem door vier groepen soldaten van steeds vier man liet bewaken, met de bedoeling hem na het pesachfeest ten overstaan van het volk te berechten. 5 Terwijl Petrus onder zware bewaking zat opgesloten, bleef de gemeente vol vuur voor hem bidden tot God. 6 In de nacht voordat hij voorgeleid zou worden, lag Petrus te slapen tussen twee soldaten, aan wie hij met twee kettingen was vastgeketend. Ook voor de deur van de kerker stonden bewakers. 7 Toen verscheen er plotseling een engel van de Heer en een stralend licht vulde de hele ruimte. De engel stootte Petrus aan om hem wakker te maken en zei: ‘Vlug, sta op.’ Meteen vielen de ketens van zijn handen. 8 De engel zei tegen hem: ‘Doe je gordel om en trek je sandalen aan.’ Dat deed hij. Daarop zei de engel: ‘Sla je mantel om en volg mij.’ 9 Petrus volgde de engel naar buiten, maar zonder te beseffen dat de dingen die de engel liet gebeuren werkelijk plaatsvonden; hij meende een visioen te zien. 10 Toen ze de eerste en tweede wachtpost voorbij waren, kwamen ze bij de ijzeren poort die toegang gaf tot de stad. De poort ging vanzelf voor hen open, en toen ze buiten waren gekomen liepen ze nog één straat verder, waarna de engel Petrus opeens alleen achterliet. 11 Nadat Petrus weer tot zichzelf gekomen was, zei hij: ‘Nu weet ik zeker dat de Heer zijn engel heeft gezonden om me uit de handen van Herodes te bevrijden en me te behoeden voor wat het Joodse volk hoopte dat gebeuren zou.’
 
Kerngedachte: Onder grote spanningen gaan de christenen de geloofsweg. Hoe ervaren zij God? Laat Hij toe dat steeds meer christenen vervolgd en gedood worden? Hoe toont God zich aan zijn volgelingen, de jonge gemeente, door zijn wonderen? Hoe beleven wij God in verdriet en leed? Waarin zijn wij nog gevangen, hoe zouden wij vrijer willen worden? 
 
Het was in deze tijd dat gelovigen zich opmaakten om ook aan de Joden het evangelie te gaan verkondigen. Het was voor hen niets nieuws dat men hiervoor gevangengenomen of zelfs gedood kon worden. Ook Stefanus onderging de martelaarsdood.
   
De vervolging van christenen, waarvan in het 11e hoofdstuk sprake is, ging ook tijdens het Pesachfeest verder. Koning Herodes liet enige christenen in Jeruzalem aanhouden en folteren. Jakobus, de broer van Johannes, werd onthoofd.
Toen Herodes zag, dat hij in aanzien groeide bij de Joodse leiders, liet hij nog tijdens het feest van het Ongedesemde brood (= Pesach) Petrus aanhouden. Men sloot hem op in de gevangenis, waar hij ononderbroken werd bewaakt door een groep van vier soldaten, die elke zes uur werd afgelost. Herodes wilde Petrus na het Pesachfeest ten overstaan van het volk berechten. De gemeente in Jeruzalem hield echter niet op met bidden, opdat God de gevangene zou helpen. 
 
In de nacht voor de berechting sliep Petrus  geketend tussen twee soldaten, terwijl twee andere soldaten voor de deur van de kerker op wacht stonden. Plotseling verscheen er een engel van de Heer in de kerker en licht vulde de hele ruimte.
Vandaag verbazen wij ons over het fysieke ingrijpen van God bij Petrus, waardoor zelfs de ketens meteen van zijn handen vielen. God spreekt ook door de engel tot Petrus: ‘Vlug, sta op”. “Doe je gordel om en trek je sandalen aan.” “Sla je mantel om en volg mij.” (Handelingen 12:7-8) Houden wij zoiets voor mogelijk? Petrus meende een visioen te zien.
Het gaat ten slotte om de bevrijding van een christen. De onzichtbare God spreekt zichtbaar de mensen aan. Zijn antwoord werkt geweldig door in het leven van alle betrokkenen:
 
– ten eerste de gemeente, wiens gebed verhoord werd (ze konden het eerst niet geloven);
– dan de engel, die de gevangene ontmoet.
Wat kunnen wij hieraan toevoegen of afdoen? Hij is de Heer, door zijn Geest gebeurt het. Dat de bewakers er niets van gemerkt hebben, komt vast, omdat Gods Geest onzichtbaar is, maar zichtbaar werkt. 
 
Maar het gaat verder. Petrus passeert, de engel volgend, de eerste en tweede wachtpost, totdat ze uiteindelijk bij de ijzeren poort kwamen, die toegang gaf tot de stad. De poort ging vanzelf voor hen open. Ze liepen een straatje in en de engel verdween. Einde van de bevrijding! Einde van het visioen voor Petrus. Hij is vrij, begrijpt het en bevestigt: “Nu weet ik zeker dat de Heer zijn engel heeft gezonden om me uit de handen van Herodes te bevrijden en me te behoeden voor wat het Joodse volk hoopte dat gebeuren zou.” (Handelingen 12:11)
Zouden dat ook onze woorden geweest zijn? De Heer geloven en Hem alle eer geven? Of zouden wij onze vrijheid gevierd hebben, zoals dat hoort? 
 
Petrus denkt kort na en gaat naar het huis, waar de christenen van de gemeente bijeen waren gekomen om te bidden. Hij wilde zijn zusters en broeders geruststellen en laten weten, dat de Heer hun gebed heeft verhoord. Hem komt eer, lof en prijs toe. En: “Stel Jakobus en de anderen hiervan op de hoogte.” (Handelingen 12:17)
 
Conclusie: Precies wat je nodig hebt krijg je – niet meer, niet minder. Het blijft de beslissing van God. In zijn gebed heeft de gemeente geen bijzondere wensen geuit, alleen maar gevraagd, of God wil helpen. Hij heeft geholpen. Nu gaat het leven verder, met God, maar zonder engel – dat denken wij althans…
 
Onlangs ging ik, na een gebed, met mijn vrouw naar het ziekenhuis. Mijn voet was gebroken en ik zat in een rolstoel. Bij het ziekenhuis aangekomen bleek de ingang alleen bereikbaar via een behoorlijke helling, die we alleen niet konden opkomen. Voordat we om hulp konden vragen, kwam een bewaker van het ziekenhuis naar ons toe en bood zijn hulp aan, die we direct dankbaar en blij aanvaardden. Ik kon het echter niet laten tegen hem te zeggen, dat hij mijn engel was. “We zijn nog niet boven aangekomen” vond hij. Misschien denkt hij nog eens over ons gesprek na… of niet.
 
Voor mij is het belangrijk, of en hoe God ons iets zegt of laat zien. Door zijn licht vervult Hij ons leven met goddelijke vreugde, die zo fascinerend is, dat we het niet in woorden kunnen uitdrukken. We hoeven niet alles te kunnen verklaren, sommige ervaringen zijn alleen voor ons bestemd. Hoofdzaak is, dat het licht en de vrede van God over ons opgaat. Ook is het belangrijk dat we geloven in datgene wat we de lieve God in gebed voorleggen. En dat we het aan Hem over laten hoe Hij reageert, want ik ben er zeker van dat Hij het zo doet, dat het voor een ieder goed is. Met de lieddichter zeg ik: “’t Is mij goed in de Heer.”
 
Ik wens u allen toe dat God uw leven leidt in vreugde en leed, dat uw geloof niet ophoudt en dat twijfel u niet overvalt. 
 
        R. Grün 
   
 
 
 

Bericht vervalt automatisch op dinsdag 19 december , 2023