Woord van de week – 25 augustus

WB_24_08_25              Voor zondag 25 augustus 2024
God belooft Abraham een zoon                                          Genesis 15:1-6
1 Enige tijd later richtte de HEER zich tot Abram in een visioen: ‘Wees niet bang, Abram: ikzelf zal jou als een schild beschermen. Je loon zal vorstelijk zijn.’ 2 ‘HEER, mijn God, ‘antwoordde Abram, ‘wat voor zin heeft het mij te belonen? Ik zal kinderloos sterven, en alles wat ik bezit zal het eigendom worden van Eliëzer uit Damascus. 3 U hebt mij immers geen nakomelingen gegeven; daarom zal een van mijn dienaren mijn erfgenaam worden.’ 4 Maar de HEER sprak opnieuw tot hem: ‘Nee, niet je dienaar zal jouw bezittingen erven, maar een kind dat jijzelf zult verwekken.’ 5 Daarop leidde hij Abram naar buiten. ‘Kijk eens naar de hemel, ‘zei hij, ‘en tel de sterren, als je dat kunt.’ En hij verzekerde hem: ‘Zo zal het ook zijn met jouw nakomelingen.’ 6 Abram vertrouwde op de HEER en deze rekende hem dit toe als een rechtvaardige daad.
Weekspreuk: “U mag uw zorgen op Hem afwentelen, want u ligt Hem na aan het hart.” (1 Petrus 5:7)
Thema: Aardse goederen.
Verdere Bijbelteksten: Daniël 6:1-29; Lucas 18:28-30; Romeinen 4; Psalmen 34:9.
Kerngedachte: Het geloof is het antwoord op Gods beloften.
Opmerking vooraf:
Abraham was rijk. Voor zichzelf had hij had al grote successen geboekt. Zijn kuddes waren groot, er volgden hem veel mensen, die deze rijkdom hielpen creëren. Hij was weggegaan, had naar God geluisterd, hij vertrouwde op wat God hem had beloofd. Alleen de nakomelingen waren hem nog niet gegeven. En dus liet hij zijn eigen gedachten  erover gaan en wilde handelen naar zijn eigen wil. Gods gedachten en menselijke gedachten zijn echter verschillend, ook in dit voorbeeld.
Het gaat om geloof tegen de schijn in! Zoals God aan Abraham  op wonderbaarlijke wijze dan toch nog een zoon heeft gegeven en hem tot een groot volk heeft gemaakt, zal Hij net zo wonderbaarlijk  zich tot ons wenden. Tenslotte zal Hij ons op de dag des oordeels uit de dood opwekken en ons in de eeuwige zaligheid laten leven. En net zoals God eens Abraham tot aan de vervulling van zijn belofte al welvaart en zekerheid gaf als zichtbare tekens van zijn liefde, zo geeft en beschermt God ons ook al in dit leven op de weg naar zijn heerlijkheid.
Uitleg:
Welvaart, veiligheid en toekomst zijn de dingen, waarover de meeste mensen zich zorgen maken in hun leven. Wie lijdt er nu graag nood? Met alle middelen verdedigen wij dat wat wij bezitten, want wij maken ons zorgen, dat we in slechte tijden de zekerheid en de welvaart kwijtraken. Welvaart, veiligheid en toekomst krijgen wij van God, zijn wij ons daarvan bewust?
God bevestigt Abraham een groot nageslacht. Hij belooft hem het bezit van een uitgestrekt land. God zelf verplicht zich tegenover Abram zijn beloftes na te komen.
Ik kan mij goed voorstellen hoe Abraham en Sara zich hebben gevoeld. Ze zijn oud, te oud om kinderen te krijgen. Waarheen moet dat leiden? Als de biologische voorwaarden er niet meer zijn, verschijnt de kinderloosheid als een donkere schaduw. Het voelt aan alsof er geen toekomst meer is, alle welvaart heeft niets te betekenen, valt uiteindelijk toe aan de beheerder. (Genesis 15:3)
Echter: “ Wees niet bang, Abram: Ikzelf zal jou als een schild beschermen.” (Genesis 15:1), zo spreekt God tegen Abraham. Abraham hoeft niet bang te zijn. God zelf neemt voorzorg. Het schild van God beschermt tegen de vijandigheden en de pijlen van het kwaad, de kwaadsprekerij, de laster. God wil, dat het Abraham goed gaat, Hij wil hem met het goede, met zijn zegen overladen.
Het blijft er echter bij: Abraham is verdrietig, omdat hij geen nakomelingen heeft, hij is berustend en kan zich alleen nog voorstellen, dat zijn knecht, Eliëzer, zijn huis en alle rijkdom erft. Maar God laat hem ook hierbij niet alleen, Hij laat Abraham naar de sterrenhemel kijken. Een heldere nachthemel met de ontelbare hoeveelheid lichtjes. “Zo zal het ook zijn met jouw nakomelingen.”(Genesis 15:5)
Het is gewoon onvoorstelbaar, vooral als we denken aan de leeftijd van de beide echtgenoten. Later bekrachtigt God deze belofte nog een keer en vult die aan met een verdere vergelijking. Hij zei: “zal Ik je rijkelijk zegenen en je zoveel nakomelingen geven als er sterren aan de hemel zijn en zandkorrels op het strand langs de zee” (Genesis 22:17). Het gaat om de gehele volheid Van Gods zegen, Hij geeft overvloedig. Voor Abraham is de sterrenhemel een Gods-, merk- en gedenkteken. Als hij sterren ziet, denkt hij aan Gods belofte. Het helpt hem bij het geloof. Het wezen van het geloof wordt beschreven. Wat bij een mens bij het geloof echt gebeurt, kan slechts diegene navoelen, die zich niet aan het woord van God onttrekt en God zijn vertrouwen schenkt. Geloven kunnen wij niet leren – God nodigt ons uit dat wij Hem ervaren.
De grondlegger van het geloof is God zelf, Hij biedt het ons aan. Een mens, die het geloof aanneemt, zegt met alle gevolgen “ja” tegen God. Geloof is een relatie met God, die de gehele mens in de totaliteit van zijn uiterlijke en innerlijke omstandigheden omvat. Abrahams geloof is een antwoord op Gods belofte. Abraham geeft zich aan Hem en aan zijn belofte over. Hij besluit zijn leven onder Gods leiding te plaatsen. Hoe sterk zijn geloof is, hoever dit besluit gaat, lezen wij in hoofdstuk 11 van de brief aan de Hebreeën: “Door zijn geloof kon Abraham, toen hij op de proef werd gesteld, Isaak als offer opdragen. Hij die de beloften had ontvangen, was bereid zijn enige zoon te offeren. Terwijl er tegen hem gezegd was: ‘Alleen door Isaak zul je nageslacht krijgen,’ (Genesis 21:12)” (Hebreeën 11:17-18).
Soms gaat het ons misschien net zoals Abraham. Wij kunnen ons niet voorstellen, dat God werkelijk steeds met zijn hele liefde bij ons is. Het kan zijn, dat wij mistroostig en onrustig worden, als wij aan de toekomst denken. Maar wij mogen leren vertrouwen en ons vasthouden aan het geloof in Gods belofte. Zoals Abraham bedacht en gezegend werd, zo wil ook nog vandaag God er voor ons zijn en voor ons zorgen. Jezus zegt hierover: ”Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden.” (Matteüs 6:33)  God houdt zich aan zijn belofte, zowel toen als nu.
  E. Heckmann
 

Bericht vervalt automatisch op woensdag 25 september , 2024