WB_25_01_26 Voor zondag 26 januari 2025
Licht en ‘leed’-richtlijnen? 2 Korintiërs 4:6-10
6 De God die heeft gezegd: ‘Uit de duisternis zal licht schijnen, ‘heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus. 7 Maar wij zijn slechts een aarden pot voor deze schat; het moet duidelijk zijn dat onze overweldigende kracht niet van onszelf komt, maar van God. 8 We worden van alle kanten belaagd, maar raken niet in het nauw. We worden aan het twijfelen gebracht, maar raken niet vertwijfeld.
9 We worden vervolgd, maar worden niet in de steek gelaten. We worden geveld, maar gaan niet te gronde. 10 We dragen in ons bestaan altijd het sterven van Jezus met ons mee, opdat ook het leven van Jezus in ons bestaan zichtbaar wordt.
Weekspreuk: “…maar over jou schijnt de HEER, zijn luister is boven jou zichtbaar.” (Jesaja 60:2)
Thema: Loon en genade.
Verdere Bijbelteksten: Exodus 24:1-2,9-11,(15-18); Johannes 12:32-36,(37-41); Psalmen 97:6.
Kerngedachte: In het hart komen visie en werkelijkheid tot een treffen – verlichte ogenblikken?
Opmerking vooraf:
Als de mensen zeggen: “Wij kunnen alles”, glimlacht God en zegt: “Maakt niets uit!” (R. Deichgräber, een Duitse theoloog en auteur)
God weet van vreugde en geluk, maar ook van duisternis, leed, dwalingen en catastrofen, of het nu individuen of hele etnische groepen betreft. Tot nu toe ervaren wij zijn scheppingsdaden in de woorden: “Uit de duisternis zal licht schijnen.” (2 Korintiërs 4:6) Leven uit de bron- zowel in goede als in slechte dagen.
Uitleg:
Als ik, bijvoorbeeld in de wachtkamer van de dokter, een autotijdschrift vind, blader ik weleens in het neergelegde exemplaar . Zo las ik een artikel over dim-, groot- en bochtenlicht gecombineerd met de modernste technologie, zelfinstellende afstandsregulering, ontdooi-inrichting, duisternis- en reinigingssensoren enzovoort en was echt verbaasd over waar de ontwikkeling nog heen zou gaan. Terecht en goed – het verlangen naar zekerheid, licht en oriëntatie op de wegen door ons leven.
Geen mens trekt de duisternis, weersinvloeden, overstekend wild of onoverzichtelijke situaties in twijfel, noch stress, overbelasting of te hoge dichtheid en tempo van het verkeer. De daartoe “geroepenen” werken aan het doel “dat licht uit de duisternis kan laten schijnen”, in dit beeld natuurlijk uit economische motieven.
Geen mens denkt erover na, als hij onderweg in de auto volledig in het donker zit en soms met moeite en geploeter een papieren zakdoekje, cd of bonbon op de tast in de console of het handschoenenvak zoekt, dat hij zich eigenlijk in een levensbedreigende situatie bevindt. Hij heeft een doel, is onderweg en vertrouwt erop, dat hij zal arriveren.
“De Heer is mijn licht en is mijn heil”, althans het lied voor ons als apostolische christenen een tweede natuur geworden. Het heeft God echter alles gekost om deze zin tot zekerheid te laten worden, namelijk lichaam en bloed van zijn Zoon Jezus Christus.
In de inleiding van “Edition C” (een Duitse Bijbelvertaling) bij de 2e brief aan de Korintiërs leest men over de vele heftige twijfels, waaraan Paulus zich ziet blootgesteld. Verlies van vertrouwen in de gemeente, kritiek tegenover het ambt, de opdracht en volmacht, ongenoegen, dat hij giften van de gemeente niet aannam en uiteindelijk de zwakheid en veelvuldige kwalen van zijn lichaam, die ook hun deel aan zijn twijfels bijdroegen. Niettemin blijft hij onderweg in de navolging van Jezus en vertrouwt op de beloften van God: “(God) heeft in ons hart het licht doen schijnen” (2 Korintiërs 4:6). Hij houdt van zijn opdracht: “om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus.” (2 Korintiërs 4:6) Alles, wat hem overkomt, is voor hem geen subjectieve overtuiging, maar een objectieve werkelijkheid en hij betrekt allereerst Gods bemoedigende woorden erbij, als hij in de verdere verzen over leed en verleiding spreekt.
Met overwegingen en plannen lopen wij vaak ver vooruit op onze actuele situatie. Bij de eerste obstakels veranderen de motivatie en de passie echter vaak. Het klassieke conflict tussen visie en werkelijkheid – bij mij gaat tenminste vaak zo.
Paulus komt met een “stabiliteitspact” voor “standvastige ogenblikken”, dat hij ons in de volgende verzen uitlegt: belaagd, maar niet in het nauw geraakt, twijfelend, maar niet vertwijfeld, vervolgd, maar niet in de steek gelaten. Vanuit zijn geloofservaring en -zekerheid “krimpt” Paulus visie en werkelijkheid samen – droevig en belaagd, maar gesterkt en bekrachtigd door God (2 Korintiërs 4:7-9)
Uit ons leven:
– Hoe verloopt de ontmoeting met een zieke, die een grote last heeft te dragen?
– Zal ik de juiste woorden vinden in het gesprek, dat mij ellendig maakt?
– Ik sla al langer iets gade, hoe pak ik het aan het juiste te doen?
– Waarom ik?
– Eigenlijk zou ik al veel verder moeten zijn – wanneer krijg ik eindelijk alles op een rijtje?
– Ik heb de halve dag niet gerookt en nu doe ik het weer, waarom?
– Waarom gaat het anderen zo goed af en mij niet?
– ……
Paulus geeft niet op, gaat zowel in op de vragen van de gemeente als die van hem en vestigt zijn gemotiveerde hoop op het “licht van Christus”, dat uit de duisternis moet schijnen (2 Korintiërs 4:6). Zo worden ogenblikken van onze zwakheid “in de aardse tijd” tot een bemoedigende en nuttige levensuiting, tot “lijden in gemeenschap met Christus” (opschrift van 2 Korintiërs 4:7-17 in de Duitse Lutherbijbel).
Eigenlijk niet veel moeilijker dan autorijden in volslagen duisternis in de cockpit, maar met het licht van de schijnwerpers op hetgeen voor ons ligt. Het “licht in de duisternis” verlicht onze weg en leidt ons naar het doel, alleen daarop komt het aan.
In een radioprogramma hoorde ik representatieve informatie over de seizoensdepressies van de herfst- en winterdagen. Tenminste 40% van de Duitse bevolking neemt deze invloeden waar, deels met heftige uitwerking op hun welzijn. De praktijken van artsen zijn vol, middelen en medicijnen, die moeten helpen, zijn er genoeg. Een psychologe van het Robert Koch-instituut (het Duitse RIVM) zei echter, dat slechts weinig preparaten echt geschikt waren, omdat uitsluitend licht zou kunnen helpen. 10.000 lux is voldoende – een sombere herfst- of winterdag brengt toch 30.000 lux op – om het welzijn merkbaar te verbeteren. Wij moeten daarvoor alleen onze woning verlaten en in het licht stappen.
Als we de “woning” van onze twijfels verlaten, kan het licht van Christus onze harten bereiken. Het “lichtverhaal” van onze God voert zijn kinderen door hun tijd.
A. Gross
Bericht vervalt automatisch op woensdag 26 februari , 2025