Woord van de week – 26 oktober

WB_25_10_26 Voor zondag 26 oktober 2025
De juiste godsdienst Micha 6:1-8
1 Hoor toch wat de HEER zegt! Sta op, laat de bergen uw rechtsgeding horen,
laat de heuvels getuige zijn. 2 Luister, bergen, naar het pleidooi van de HEER,
hoor toe, onwrikbare fundamenten van de aarde. De HEER heeft een geschil met zijn volk,
hij klaagt Israël aan: 3 ‘Mijn volk, wat heb ik je misdaan? Waarmee heb ik je gekweld? Antwoord mij! 4 Ik heb je weggeleid, bevrijd uit de slavernij in Egypte. Ik zond Mozes, Aäron en Mirjam om jullie voor te gaan. 5 Ben je dan vergeten, mijn volk, wat Balak besloot, de koning van Moab, wat Bileam, de zoon van Beor, hem antwoordde? Ben je vergeten wat er gebeurde tussen Sittim en Gilgal? Ken je de gerechtigheid van de HEER niet meer?’ 6 ‘Wat kan ik de HEER aanbieden, waarmee hulde brengen aan de verheven God? Moet ik hem tegemoet treden met brandoffers, zou hij eenjarige stieren aanvaarden?
7 Kan ik hem gunstig stemmen met duizenden rammen, met olie, stromend in tienduizend beken? Moet ik mijn oudste kind geven voor wat ik heb misdaan, de vrucht van mijn schoot voor mijn zondig leven?’ 8 Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.

Weekspreuk: “Maar bij U is vergeving, daarom eert men U met ontzag.” (Psalmen 130:4)
Thema: Bij God in de schuld.
Overige Bijbelteksten: Sirach 28:1-9; Marcus 11:24-25; Filippenzen 1:3-11; Psalmen 147:3.
Kerngedachte: Onze relatie met onze broeders en zusters laat onze relatie met God zien: in het “betrachten van liefde” laat zich de “juiste godsdienst” zien.
Opmerking vooraf:
De vraag op welke manier men juist voor God verschijnt, houdt de mensen gedurende de gehele geschiedenis van de mensheid bezig. Daarbij was al steeds het uitgangspunt, dat wij met ons “heel normale bestaan” God niet bevallen. En zo zijn de mensen begonnen hun God door offergaven (tot aan mensenoffers toe), maar ook door bepaalde rituelen of speciale kleding gunstig te stemmen. Ondanks alle menselijke inspanningen kunnen we God niet behagen (vergelijk Romeinen 3:10-12). Vanuit Gods standpunt bezien zijn alle mensen zondaren en kunnen zij niets doen om als rechtvaardigen voor Hem te staan. Het is noodzakelijk, dat Hij als eerste handelt (vergelijk Romeinen 3:24).
Ook voor sommige christenen is aan “de juiste godsdienst” het zondagse kerkbezoek verbonden, vaak hoort daar nog een bepaalde liturgische gang van zaken essentieel bij.
In de perikoop zegt God ons door zijn profeet wat voor Hem de juiste godsdienst is. Die is noch met een dag in de week noch met een bepaalde plaats of met een bepaalde gang van zaken verbonden, maar het is enkel en alleen onze relatie met God, die telt. Hierbij worden we alleen rechtvaardig door de daden van God, tot aan de kruisdood van Jezus. Dat is de voorwaarde, de basis voor onze ware godsdienst.

 

Uitleg:
De vraag van de profeet in Micha 6:6-7, hoe hij God tegemoet moet treden, hoe hij zijn nederigheid kan betonen, wordt in Micha 6:8 door God beantwoord: “Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.”

1. Gods woord bewaren
Om Gods woord te bewaren, moet ik het kennen!
Kennen betekent hier, dat ik niet alleen maar globaal weet wat Gods wil is, maar dat ik mij, zo mogelijk, dagelijks met Gods woord bezighoud en daarover met God in dialoog ben, dat God mij verbanden laat zien en ik die in mijn dagelijks leven kan toepassen.
Hier begint: Gods woord bewaren.

In mijn dagelijks leven worden de oude bijbelse wijsheden levend: “Sinds ik heb geleerd met Gods woord bezig te zijn, alsof God hier echt tot ons spreekt, die van ons houdt en ons met onze vragen niet alleen wil laten, ben ik blij geworden met de Bijbel. Hij wordt mij dagelijks kostbaarder. Ik lees ’s ochtends en ’s avonds erin, vaak ook nog overdag. Ik weet, dat ik zonder Gods woord niet meer goed zou kunnen leven.” (Dietrich Bonhoeffer, 1932, een Duitse theoloog en verzetsstrijder tegen het nazisme, die in 1945 is geëxecuteerd)
Het is daarbij echter ook nodig, dat voor mij de dingen belangrijk worden, die voor God belangrijk zijn (er staat in een Duits lied (vertaald): grote dingen worden groot, kleine dingen worden klein) en de evenredigheid (weer) klopt.

2. Liefde betrachten
“Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, want als we niet verzwakken zullen we oogsten wanneer de tijd daarvoor gekomen is. Laten we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen het goede doen, vooral voor onze geloofsgenoten.” (Galaten 6:9-10)
“……. God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem. Zo is de liefde bij ons werkelijkheid geworden, en daardoor kunnen we op de dag van het oordeel vol vertrouwen zijn, want hoewel wij nog in deze wereld zijn, zijn we als Jezus. De liefde laat geen ruimte voor angst; volmaakte liefde sluit angst uit, want angst veronderstelt straf. In iemand die angst kent, is de liefde geen werkelijkheid geworden. Wij hebben lief omdat God ons het eerst heeft liefgehad. Als iemand zegt: ‘Ik heb God lief,’ maar hij haat zijn broeder of zuster, is hij een leugenaar. Want iemand kan onmogelijk God, die hij nooit gezien heeft, liefhebben als hij de ander, die hij wel ziet, niet liefheeft. We hebben dan ook dit gebod van Hem gekregen: wie God liefheeft, moet ook de ander liefhebben.” (1 Johannes 4:16-21)

3. Nederig zijn voor God
God is en blijft soeverein in zijn beslissingen.
Hoe vaak vergelijken wij onszelf met andere mensen, soms met arrogantie(de Farizeeën in de tempel), maar soms ook met spijt (of zelfs afgunst).
Wie echter in en door Gods genade leeft, heeft alles, wat hij naar Gods wil tot een gelukkig en tevreden leven nodig heeft. Paulus heeft dat ondervonden toen God hem zei: “…’Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid.’” (2 Korintiërs 12:9)

Samenvatting
1. Als eerste handelt God (in en door Jezus Christus).
2. Zijn barmhartigheid en genade overwint mijn schuld en verandert mijn leven.
3. Omdat God mij als eerste heeft liefgehad, kan ik mijn naaste in liefde bejegenen.
4. Door voortdurende oefening (Gods woord bewaren) wordt mijn geloof beproefd en kan het groeien.
5. God eist, maar alles dat nodig is om zijn eisen te vervullen, geeft Hij ons in Jezus Christus.
6. God is en blijft soeverein in zijn handelen jegens mij. Nederigheid voor God helpt mij in te zien, dat God voor mij de rijkdom van het leven gereed houdt.
7. In het onderweg zijn met Jezus Christus vervullen wij Gods plan voor ons leven.
8.
M. Mirau en W. Piotrowsky

 

Bericht vervalt automatisch op woensdag 26 november , 2025