WB_25_06_29 Voor zondag 29 juni 20
Burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God Efeziërs 2:17-22
17 Vrede kwam Hij verkondigen aan u die ver weg was en vrede aan hen die dichtbij waren: 18 dankzij Hem hebben wij allen door één Geest toegang tot de Vader. 19 Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God, 20 gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, met Christus Jezus zelf als de hoeksteen. 21 In Hem vormt het bouwwerk één geheel en groeit het uit tot een tempel die gewijd is aan de Heer, 22 in wie ook u samen opgebouwd wordt tot een plaats waar God woont door zijn Geest.
Kerngedachte: De val van de Muur – de kentering – thuis bij de Vader.
In commentaren op de Bijbel is de scheiding van christenen en joden zeer indrukwekkend door middel van “theologisch-ideologische” muren beschreven, bijvoorbeeld de wetten van Mozes, geformuleerd in de brief van Aristeas (100 jaar voor Christus): “Want nu de wetgever als wijze, die van God de gave van kennis van alle dingen kreeg, dit duidelijk besefte, omgaf hij ons met ondoordringbare wallen en ijzeren muren, opdat wij onszelf niet op de een of andere manier met een ander volk zouden vermengen, maar rein van lijf en ziel zouden blijven.” Reinheidsgeboden betroffen dranken, spijzen, aanraken, horen, zien, spreken, ontmoeting op straat enz. – “op een goed nabuurschap!?”
Architectonisch – beeldend ook beschreven door middel van de scheidsmuur in de tempel van Jeruzalem door geschiedschrijver Flavius Josephus “Als men door de voorhof van de heidenen in de richting van het eigenlijke tempelheiligdom ging, vond men dit omgeven door een stenen scheidsmuur, die drie ellen hoog en voortreffelijk gemaakt was. Op die scheidsmuur stonden met gelijke tussenruimte stenen panelen, die deels in Griekse en Latijnse teksten het de reinheid beschermende gebod bekendmaakten, geen niet-jood mocht de heilige plaats betreden.” Archeologische vondsten van deze panelen bevestigen dit met de tekst: “Wie wordt gepakt, is voor de dood, die daarop zal volgen, zelf verantwoordelijk.” Bijna ook sarcastisch – de heilsgeschiedenis van het volk Israël?
Op 9 november 1989 viel de Berlijnse Muur. Het waren indrukwekkende, diep ontroerende beelden, die velen van ons op de televisie hebben gevolgd. Een heel volk ondervond in deze nacht van de negende op de tiende november iets onbegrijpelijks, want de onderdrukking en beperking van een regime “bevrijdde” zich in grenzeloos gejuich, tranen van vreugde, ontroering en geestdrift uit de bekrompenheid van het verleden, – een bijna verloren gegaan verlangen werd na 40 jaren vervuld, werd werkelijkheid. Ogenblikken schrijven de geschiedenis en zijn gelijktijdig de eerste gedachten van een nieuwe taak, die voor ons ligt. Dat is meer dan 25 jaren geleden en hoe uiteenlopend zouden wij vandaag bijvoorbeeld het begrip “eenheid” in dit verband beschrijven?
Twee historische reflecties uit verschillende eeuwen, die indrukwekkend aantonen: muren zijn onze dood – muren moeten vallen! Ze tonen ook aan: het gaat en Jezus Christus is de weg. Ons Bijbelwoord (Efeziërs 2:17-18) is niet de laatste, maar de enige hoop, die wij hebben. In onze Heer Jezus Christus, in zijn evangelie is vrede. Hoewel Hij in het begin “alleen gezonden is naar de verloren schapen van het volk van Israël” (Matteüs 15:24), heeft Hij door dood en opstanding en in de kracht van de Heilige Geest vrede gebracht voor iedereen. Hij heeft de “openingskosten” betaald en door de zending van zijn getuigen (medeburgers, huisgenoten, apostelen, profeten, Christus’ geest) heeft Hij iedereen, die het in geloof beseft, verzoend met God. Vrede was ook de kracht, die Duitsland heeft veranderd, zoals blijkt uit het commentaar van een DDR-politicus: “Wij waren op alles voorbereid, maar niet op kaarsen en gebeden.”
Niettemin, de spannende relaties tussen mensen en belangen doen de “handel in bouwmaterialen” juichen (hoogconjunctuur in de bouw van muren),
de psychotherapeuten kreunen en de vredestichters bijna wanhopen. Het is cruciaal, dat de roep om vrede niet verstomt en Christus wordt beleden als een nieuw begin voor een gehoor, dat al veel heeft geprobeerd hier op deze aarde en zo weinig weet en hoopt op Gods geestelijke woning. Dat geldt in het bijzonder voor de gemeentes en zelfs voor de gemeente, waarin wij leven. Wie hoort dit woord van de vrede, de eenheid in de geest en de pracht van de heilige tempel van God?
Dat horen
De verren en naasten
De vrouwen en mannen
De armen en rijken
De getalenteerden, moedigen, zelfingenomen en beperkten, bangeriken, treuzelaars
De betweters, vroeger-alles-goed-doeners, bekwamen en besluitelozen, zoekenden, moedelozen, beginners
Duitsers, niet-Duitsers, West-Duitsers, Oost-Duitsers en dak- en thuislozen, vreemden, ontwortelden, vervolgden
De aanvallers, vooruitstrevenden, activisten, luidruchtigen en traditionelen, remmers, tevredenen, stillen
De vijanden, door anderen teleurgestelden en vrienden, verzoenden, bevrijden
De christenen, gedoopten, gezegenden en andersdenkenden, ongelovigen.
Wij zouden deze “tegenstellingen” vast en zeker met veel eigen waarnemingen en belevenissen kunnen aanvullen. Wij herkennen een rijk potentieel voor muren en grenzen, waarmee wij leven en onze angsten verbergen, verschillen gunstig beoordelen, vermeende zekerheden verdedigen en het onmogelijke proberen. Soms zijn het 40 jaren, of het nu de woestijn is of het communisme. Door Christus worden wij allemaal aangesproken op verhardingen, vergissingen, denk- en geloofssystemen en hopen en geloven wij, dat het de kentering is.
Waar de Geest Gods dat aan de mensen geeft, wordt het duidelijk zichtbaar en hebben wij een verhaal, dat verzoenend is voor de mensen en God; dat voert samen en verenigt in de gemeenschap van heiligen, thuis bij de Vader.
Zo moet onze dienst niet de “val van de muur” verdringen of zelfs voor niet noodzakelijk verklaren. De gemeentelijke en persoonlijke bijzonderheden kennen wij en zij mogen “verbouwd” worden bij wijze van spreken, mits natuurlijk, waarachtig en liefdevol. “Zo bent u dus geen vreemdelingen of gasten meer, maar burgers, net als de heiligen, en huisgenoten van God” is dan de geweldige zekerheid, die de gelovigen sterkt en de gemeente zegent. Dan zijn wij thuis bij God en God is thuis te midden van zijn gemeente.
Uw kracht is niet grenzeloos. Waarvoor zet u zich in? Om een muur te bouwen (scheiding van de naasten) of om een ‘Rijk’ te bouwen (met en voor onze naasten) ?? A. Gross
Bericht vervalt automatisch op dinsdag 29 juli , 2025