WB_25_05_29 Voor Hemelvaartsdag 29 mei 2025
Consequentie van de hemelvaart Handelingen 1 : 1-11
1 In mijn eerste boek, Theofilus, heb ik de daden en het onderricht van Jezus beschreven, 2 vanaf het begin tot aan de dag waarop hij in de hemel werd opgenomen, nadat hij de apostelen die hij door de heilige Geest had uitgekozen, had gezegd wat hun opdracht was. 3 Na zijn lijden en dood heeft hij hun herhaaldelijk bewezen dat hij leefde; gedurende veertig dagen is hij in hun midden verschenen en sprak hij met hen over het koninkrijk van God. 4 Toen hij eens bij hen was, droeg hij hun op: ‘Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten tot de belofte van de Vader, waarover jullie van mij hebben gehoord, in vervulling zal gaan. 5 Johannes doopte met water, maar binnenkort worden jullie gedoopt met de heilige Geest.’ 6 Zij die bijeengekomen waren, vroegen hem: ‘Heer, gaat u dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?’ 7 Hij antwoordde: ‘Het is niet jullie zaak om te weten wat de Vader in zijn macht heeft vastgesteld over de tijd en het ogenblik waarop deze gebeurtenissen zullen plaatsvinden. 8 Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.’ 9 Toen hij dit gezegd had, werd hij voor hun ogen omhooggeheven en opgenomen in een wolk, zodat ze hem niet meer zagen. 10 Terwijl hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. 11 Ze zeiden: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan.’
Kerngedachte: Consequentie van de hemelvaart. Wij zijn onderweg in de verwachting van Hem die komt.
Benedictus XVI schreef: „Voor ons die al zo lang met een christelijk Godsbegrip leven is de hoop op een reële ontmoeting met God vaak nog nauwelijks waarneembaar”. Is dat voor ons een foute bewering, of een ontstellende werkelijkheid? Is bij mij het bezit van de hoop op een ontmoeting met Hem voor anderen waarneembaar? Hoe zijn die echte ontmoetingen te zien?
Hoe verging het de discipelen nadat Jezus opgestaan was? In Hand. 1:3 lezen wij: “Na zijn lijden en dood heeft Hij hun herhaaldelijk bewezen dat Hij leefde; gedurende veertig dagen is Hij in hun midden verschenen en sprak Hij met hen over het koninkrijk van God. Jezus voorspelde zijn discipelen dat zij met de Heilige Geest gedoopt zouden worden en krachten van deze Geest zouden ontvangen en daardoor zijn getuigen zouden zijn (verzen 5-8). Een proces dat steeds zo verloopt: kracht van de Heilige Geest ontvangen en dan getuige worden! Omgekeerd redenerend moeten wij ook vaststellen: als wij geen getuigen zijn, hebben wij geen kracht van de Heilige Geest ontvangen! Wij moeten onszelf dus onderzoeken! Leef ik dagelijks met de verwachting van de komst des Heren? Verlangen wij naar ontmoetingen met Hem? Luther schreef: „Het geloof verbindt mij inniger met Christus dan een man met zijn vrouw verbonden is – Daarom moet het geloof zó onderwezen worden dat ik daardoor als het ware één persoon met Christus word”.
Nu de eigenlijke geschiedenis: Bijna 2000 jaar geleden werd Jezus omhoog geheven en opgenomen in een wolk, zodat ze Hem niet meer zagen (vers 9). Sindsdien is Hij bij de Vader. Alleen door de Heilige Geest kan men contact met Hem krijgen, een reële ontmoeting (zichtbaar) is niet mogelijk. Wij kunnen Hem niet in de ogen zien, zijn woorden niet horen, Hem niet in zijn heerlijkheid zien. Wel maakt de mens zich een voorstelling, anderen maken een afbeelding, maar stemt een dergelijke vervanging van de werkelijkheid ons tevreden? Neen, er ontstaat een groot verlangen dat tot uiting komt in een gebed: „Heer Jezus, mag er toch meer van U in mijn leven komen, mag ik U zien en horen, mag ik U aanraken? Zulk een eerlijk gebed verandert mijn leven, maar leidt ook in de wereld tot een vermeerdering van het verlangen met Jezus in contact te komen. Voorlopig is een ontmoeting met Jezus alleen geestelijk. En daarom bidden bewuste christenen na de hemelvaart: “Maranatha, kom Heer Jezus, kom spoedig!” Omdat wij innig verlangen naar een persoonlijke ontmoeting met de Heer, leven wij in de verwachting van zijn komst, de dag van zijn verschijnen!
Benedictus XVI schrijft ook: “Heden moet men opnieuw ontdekken dat het geloof in Jezus Christus niet alleen maar een privé- overtuiging is, of een abstracte leer, maar dat het gaat om een reële persoon, wiens optreden in de geschiedenis in staat is gebleken het leven van mensen te veranderen”. In een Duits lied uit 1874 zingt men (vrij vertaald): “Geef mij uw hand, de mijne reik ik U”. Wij zijn op reis naar de hemel, maar moeten dan wel op het smalle pad wandelen en in een kinderlijke verhouding tot God, onze Vader, staan. Het geeft ons vreugde ons leven aan de Heer te wijden en door Hem wedergeboren te zijn”.
Is de oorzaak van het leger worden der kerken, van het vervlakken van het persoonlijke geloof en van de geringe vreugde in het leven van vele christenen wellicht omdat de oorzaak van die vreugde gericht is op plagiaten van Jezus Christus?
G. Loose, Radeberg.
Bericht vervalt automatisch op zondag 29 juni , 2025